Sicko | Sytze Atahualpa
“Je gaat hem toch niet echt Sytze Atahualpa noemen?” vroeg Robin me vanavond, voordat ze naar bed ging. Net zoals veel aanstaande ouders zitten we te puzzelen op een passende naam. En daar komt aardig wat bij kijken. Ten eerste moet hij makkelijk uit te spreken zijn, in Nederlands, Engels en Spaans.
En liever ook geen rare bijbetekenissen. Hoewel het in de 60er jaren gewoonte was om kinderen te vernoemen naar grootouders had mijn Pake Sipke mijn ouders gevraagd om me toch vooral zijn naam te besparen. Als kind van een gastarbeider werd hij in Duitsland geplaagd omdat zijn naam veel leek op Seppel of Seppelchen, de wat slome maat van Kasper (de Duitse Jan Klaassen). Het werd dus Sicko. Dat dat nu weer de meest populaire condoom in Mexico is en Amerikaans Bargoens voor “zieke, geperverteerde geest” konden mijn ouders toen niet weten. Enfin, het is minder erg dan andere prachtige Friese namen als Wierd (klinkt als “een beetje vreemd”), Baard (klinkt als “verveeld”) en Fokke (klinkt als …).
Wat blijft is de uitdaging om in de beide namen iets eigens uit te drukken van de afkomst van de kleine man, dus waarschijnlijk wordt het iets Mexicaans of Spaans en iets Fries. Maar het moet wel bij elkaar passen. Robin kan gerust zijn, het wordt geen Sytze Atahualpa, wat we ooit voor de grap hebben geroepen. Maar het moet wel iets eigens zijn, iets bijzonders. En dan maar hopen dat het ook door de kleine gewaardeerd wordt.
Mijn neef Arwin en ik hebben als kleine jongens veel samen gespeeld. Hele avonturen hebben we samen beleefd in een fantastische interplanetaire onderwater fantasiewereld. Voordat we onderdoken in dit parallelle universum transformeerden we in onze alter ego’s. En die heetten niet Sicko en Arwin, want dat waren zulke saaie namen. Nee, onze heldennamen waren: Jan en Piet.
Sicko
--------------------------------------------------------------------------------
“You are seriously not going to name the baby Sytze Atahualpa, are you?” Robin asked me the other night before turning in. Like many parents to be, we are puzzled by the array of names to choose from for the baby. For starters, it has to be easily pronounceable, in Dutch, English and Spanish.
And no strange connotations please. Although in the mid sixties, Dutch kids were commonly named after their grandparents, my grandfather (pake) Sipke explicitly pleaded to my parents to spare me his name. As a foreign labourer’s child in Germany, his name had been the reason for pun because it was so similar to Seppel or Seppelchen, the mentally challenged sidekick of Kasper (the German Punch, you know, the one who is married to Judy). And that is why I got the name Sicko. That my name is also the most popular brand of contraceptives in Mexico and American slang for “deeply disturbed and perverted person” is something my parents could not have known, then. I am glad, though that my parents spared me otherwise true Frisian names such as Weird (’wird), Baard (’bOrt) and Fokke (’f&-k&).
Nevertheless, it would be nice to express something of the Little Man’s roots in his names, so it is probably going to be a combination of something Mexican or Spanish and Frisian. And it should be a logical, natural combination. To put Robin’s fears to rest: it is not going to be Sytze Atahualpa, as mentioned once, in jest. We are trying to find a characteristic and individual name, though. And pray that the receiver may appreciate our gift.
My cousin Arwin and I have shared the most magical part of our childhood. We lived out our own adventure stories in a fantastic underwater fantasy world. Before transforming into interplanetary heroes of our very own parallel universe we would assume an alter ego more fitted for the world of the dangerous and the bizarre. Our avatars were not named Sicko and Arwin (such boring names) but instead: Jan and Piet.
Sicko
No comments:
Post a Comment